woensdag 31 maart 2010

Bezoek...

Ik schat haar zestig jaar oud. Sluik haar, klein, bleek als was en bloedeloze lippen. En een wijnvlek op haar voorhoofd. Ze staat voor me bij het loket.
Dat ze haar zoon -'Hij heet Victor, meneer.'- komt bezoeken en dat ze niet weet hoe het allemaal werkt. Want dat ze nog nooit 'vanzeleven' in een gevangenis is geweest. 'Wie had het trouwens ooit kunnen denken...'
Ik hoor het uniform zeggen dat ze juwelen, munten en andere metalen voorwerpen in de 'locker' moet leggen. Ik zie haar verschrikt om zich heen kijken. Ze wil nog wat vragen maar een chique meneer die onbeschaamd de hele rij wachtenden gepasseerd is, duwt haar niet zo chique opzij en schuift een papiertje onder het loketraam.
'Goeiemorgen, meester,' zegt het uniform.
En wanneer de meester -zonder iets in de locker te hoeven leggen- verder schrijdt, sta ik zelf voor het uniform. Ik heb de moeder van Victor uit het oog verloren.
Ik overhandig mijn paspoort en zeg dat ik voor de 'workshop schrijven' kom. Mijn paspoort verdwijnt in een schuifje, ik krijg een badge, en de wenk dat ik door het enge detectorpoortje moet.
En daar duikt de moeder van Victor ineens weer voor me op. De detector piept alsof het vrouwtje staatsgevaarlijk is. Haar blik is een en al hulpeloosheid.
'Uw schoenen misschien, madammeke.' Het uniform wankelt niet.
Maar wanneer ze dan nog kleiner -want barrevoets- weer door het poortje wandelt, begint het ding meteen weer de horlepiep te spelen.
'Ik zou er niet van verschieten dat ge nen béja met ijzeren beugels aanhebt.' Rond de mond boven het uniform rijst een monkellachje. Haar mond verkrampt.
'En kleedkamers hebben we hier niet...'

Wanneer ik de zware deuren achter me heb en door de lange corridor dwaal, spookt het allemaal nog door mijn hoofd. Dat ik een dwazekloot ben want dat ik had moeten tussenkomen... En dat het toch allemaal nogal godsverhemelste willekeur is, dat optreden van die bewakers...
En ik verstijf wanneer er onverwacht weer een uniform opduikt. Maar deze keer zit er een vriendelijke en correcte mens in die me vraagt waar ik naartoe moet. En die me zegt, wanneer hij hoort dat ik voor de 'workshop schrijven' kom, dat het goed is dat er voor de gevangenen af en toe ook wat extra kan gebeuren.
Minuten later zitten we met z'n vijven rond een tafel. Ik stel me voor. Zij stellen zich voor. En dat we samen een heel proces zullen doorlopen om een schrijfproject af te ronden. En dat we er allemaal mee akkoord gaan dat het eindproduct leesbaar en goed moet zijn. Dat we ermee onder de mensen moeten kunnen komen. En we beginnen met z'n allen aan de eerste oefening: schrijf tien lijnen volgend op de beginzin 'Het schijnt dat de GB nu Carrefour heet.'
Tegen het einde van de sessie komt er nog een laatkomer binnen. Tatoeages overal. 'Sorry, ik ben Victor, ik ben te laat omdat ik bezoek had.'
Ik heb hem niet verteld dat ik zijn bezoek ontmoet had. Hij zal het met deze lezen. Tenminste, als dit tijdschrift het detectorpoortje niet doet piepen.

© Erik Vlaminck

Geen opmerkingen: