Johan Anthierens (Machelen, 22 augustus 1937 — Dilbeek, 20 maart 2000) was een Vlaams journalist, columnist, publicist, schrijver en satiricus.
Hij werd berucht in Vlaanderen met zijn scherpe, geëngageerde en controversiële columns en meningen, waarvoor hij evenveel bewondering als kritiek te verwerken kreeg. Hij publiceerde onder meer in Knack en richtte het slechts twee jaar bestaande satirische blad De Zwijger op.
Bij het grote publiek werd hij bekend via zijn televisieoptredens.
Men noemde hem wel eens een “enfant terrible”, een term die hem zelf stoorde. Anthierens noemde “ergernis” zijn “eerste natuur” en het inspireerde hem tot veel van zijn stukken en meningen. In een barokke stijl schopte hij genadeloos tegen allerlei heilige huisjes, zoals de monarchie, de Kerk en het establishment.
Hij werd berucht in Vlaanderen met zijn scherpe, geëngageerde en controversiële columns en meningen, waarvoor hij evenveel bewondering als kritiek te verwerken kreeg. Hij publiceerde onder meer in Knack en richtte het slechts twee jaar bestaande satirische blad De Zwijger op.
Bij het grote publiek werd hij bekend via zijn televisieoptredens.
Men noemde hem wel eens een “enfant terrible”, een term die hem zelf stoorde. Anthierens noemde “ergernis” zijn “eerste natuur” en het inspireerde hem tot veel van zijn stukken en meningen. In een barokke stijl schopte hij genadeloos tegen allerlei heilige huisjes, zoals de monarchie, de Kerk en het establishment.
Samen met Louis De Lentdecker en Maurice De Wilde wordt hij als de “Grote Drie” van de Vlaamse kritische journalistiek gezien.
Via de twaalf jaar oudere Jef werd Johan ook een groot liefhebber van Frans chanson. De anarchistische teksten van Léo Ferré, Georges Brassens en Jacques Brel lieten hem niet meer los. De Vlaamse openbare omroep gaf hem de mogelijkheid er een radioprogramma rond te presenteren: “Charme van het chanson”, waarin hij eerst Franstalige chansonniers draaide, maar later ook Vlaamse en Nederlandstalige kleinkunst. Hij daagde de toenmalige BRT-directeur-generaal Paul Vandenbussche uit door een gecensureerd lied van Léo Ferré toch te draaien en de tekst van het verboden “Evviva il Papa” (over de paus) van Hugo Raspoet op de radio voor te lezen.
Op zijn begrafenis werd onder meer Jacques Brel gespeeld (“Au Suivant”, “La ville s’endormait” en zijn favoriete nummer “La chanson des vieux amants”), Yves Montand(“Le temps des cerises), Léo Ferré en klassieke muziek van Antonio Vivaldi en Franz Schubert. Men sloot de begrafenis af met een beeldfragment waar hij van op zijn ziekenbed verklaarde: “Ik wil een vrij man blijven, en dat in alle opzichten.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten