Teun Voeten is cultureel antropoloog en werkt al 20 jaar als oorlogsfotograaf. Hij woonde voor langere tijd in New York en verbleef maandenlang in een kolonie van ondergrondse daklozen in Manhattan waar hij het boek Tunnelmensen over schreef. Momenteel werkt hij aan een fotoproject over drugsgeweld in Mexico. Hij woont sinds 2005 in Molenbeek en lijst enkele praktische suggesties op om de problematiek in Brussel het hoofd te bieden.
In 2005 verhuisde ik naar een loft in Molenbeek. Ik behoorde tot de nouvelle vague van blanke, hoog opgeleide yuppies die met een gezonde mix van goede bedoelingen en pragmatisme de stap over het kanaal waagde.
We hadden een Marokkaanse aannemer, wat we allemaal erg tof vonden en hoopten dat onze kinderen met bruine kindjes vrolijk op straat zouden spelen. We dachten dat de straat er langzaam beter op zou worden. Minder vuil, minder criminaliteit, hier en daar een hip galerietje en trendy cafeetje en dat onze lofts in waarde gingen stijgen. Zes jaar na dato is Molenbeek op zijn zachtst gezegd nog steeds een gestagneerde buurt. Onze aannemer Hassan bleek een oplichter te zijn en verdween met 100.000 euro. Onze kinderen spelen niet op straat want daar rijden auto's door met 70 kilometer per uur. Contacten met buurtbewoners hebben we nauwelijks, we worden als indringers bekeken. Vuilnis ligt op straat te rotten, om de hoek is een stortplaats van grofvuil.
Mijn buurmeisje werd, op klaarlichte dag, voor de deur beroofd. Ze schreeuwde om hulp, maar in een volle straat stak niemand een poot uit. Armoede, sociale uitsluiting, vervuiling, criminaliteit, chronische werkloosheid, om de zoveel tijd rellen en onlusten. Hoe is het zover kunnen komen? Drie partijen dragen schuld. De overheid, de Belgische burger en de Marokkaanse gemeenschap.
De risee van Europa
De overheid? Welke overheid? Veel mensen in België vinden het wel charmant dat we recordhouder 'regeringloosheid' zijn. Pardon, het is niet charmant. Het is gênant. In serieuze kringen is België de risee van Europa. De wereld wordt geconfronteerd met enorme uitdagingen, maar onze politici kunnen het BHV-niveau niet overstijgen. Brussel is het epicentrum van onbestuurbaarheid geworden. Met bestuursorganen op landelijk, hoofdstedelijk, Vlaams, Waals en last not but least gemeentelijk niveau is onduidelijk wie welke bevoegdheden heeft. Verantwoordelijkheden worden op elkaar afgeschoven.
Grote wereldsteden als Londen, New York en Parijs hebben één burgemeester met één visie, één hoofdcommissaris van politie en één beleid dat consequent wordt uitgevoerd. Een megapolis als Rio heeft gigantische problemen waarbij de besognes van Brussel peanuts zijn. Maar in Rio wordt met lef, verbeelding en creativiteit geregeerd. Dankzij een daadkrachtige aanpak beginnen de problemen in de favela's overzichtelijke proporties te krijgen. Brussel bestaat uit 19 gemeentes die elk hun eigen burgemeester, schepenen en parlementsleden hebben - een kleine 200 heb ik me laten zeggen. Besturen is een moeilijk vak en alleen al puur statistisch is het gewoonweg onmogelijk om zoveel bekwame lieden op al die posities te hebben. Het is onvermijdelijk dat dozijnen non-valeurs en incompetente machtspotentaatjes bestuurslagen hebben weten te infiltreren. Brussel is verzand in een moeras van onverschilligheid en middelmatigheid, is een stuurloos schip waar niemand aan het roer staat. Toen ik hierover een discussie voerde met burgemeester Moureaux van Molenbeek was hij hoogst verontwaardigd hoe iemand uit 'het land van Wilders' die maar net in Molenbeek woonde het durfde kritiek te leveren op het bestuur.
De Belgen. Johan Anthierens beschreef de Belgen ooit als een volk dat "zolang ze zich maar een vette bek kunnen eten aan de tomaat crevette op hun fermette, het allang prima vinden". In België wordt de overheid als een vijandelijke entiteit gezien, waarbij gecalculeerd wordt hoe men er het minst last van heeft en er het meest van kan profiteren.
"Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country", zei John F. Kennedy. In de Belgische cultuur van sjoemelen en foefelen is het precies andersom. Iedereen heeft boter op zijn hoofd. Van de creatievelingen die middels het felbegeerde 'artiestenstatuut' veredelde steuntrekkers zijn, tot en met de belastingontduiker op zijn kaveltje omringd door glimmende tuinkabouters.
Racisme, of met een mooier woord, xenofobie, is bij de Belgen, en met name de Vlamingen ingebakken. Ik woon al sinds 1992 in Brussel, ben een Brabantse katholiek met een zachte 'g' die volgens veel vrienden de beste frieten met stoofvlees maakt, maar na al die jaren ben ik voor de meeste mensen nog steeds een 'ollander. Toen ik aan een collega vroeg hoe het kwam dat ik zo weinig opdrachten had, zei hij beschaamd dat men hier liever met 'eigen volk' werkt. Ik weet niet hoe het is om Mohammed te heten en op zoek te gaan naar een job, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. Onderschat niet hoeveel woede, frustratie, rancune het telkens opbotsen tegen muren veroorzaakt.
Marokkanen. Ja, ook jullie gaan niet vrijuit. Leuk of niet, uit onderzoeken blijkt dat jonge Marokkanen de meeste criminaliteit voor hun rekening nemen. Het goede nieuws is dat deze zogeheten 'kut-Marokkanen' veruit in de minderheid zijn. De meeste Marokkanen zijn hardwerkende, belastingbetalende burgers die ook niet blij zijn met hun probleemjongeren. Ga eens shoppen op de Gentse Steenweg, net over het kanaal en zie een bloeiende middenstand.
Een van de oorzaken is dat goede opleiding nooit een prioriteit is geweest voor de meeste Marokkanen. Hun ouders en grootouders waren Berbers uit het Rifgebergte met nauwelijks lagere school. Net zoals in zwarte jeugdcultuur in de VS waar hoge cijfers halen als acting white wordt beschouwd, zo vindt de huidige Marokkaanse jeugd studeren uncool.
Conformisme overheerst. Heeft u ooit een Marokkaanse punk of hippie gezien? Ze bestaan, maar lopen rond in Casablanca en Marrakech en niet in Molenbeek waar iedereen dezelfde vervelende petjes en Adidas-gympies draagt. On top of that, en daarin zijn Marokkaanse jongeren goed aangepast, hebben ze de Belgische klaagcultuur geïnternaliseerd, geven ze graag de schuld aan de overheid en wentelen ze zich in slachtofferschap. In de VS wisten de Latino's en Koreanen door 'niet zeiken, hard werken' de Afro-Amerikaanse gemeenschap voorbij te streven. De kinderen van de eerste generatie bordenwassers en wasserettehouders studeren nu voor arts en advocaat en verhuizen naar de voorsteden. Momenteel worden de Marokkanen in snel tempo ingehaald door de nieuwe Europeanen uit het Oosten.
Grote problemen allemaal. Maar wel degelijk oplosbaar. Twintig jaar geleden was de wijk Harlem in New York opgegeven. Nu is het een bloeiende buurt met een diverse populatie van Europese kunstenaars, blanke studenten en zwarte ondernemers. Ik pleit voor een geëngageerd pragmatisme, waar onwenselijke toestanden in de samenleving niet alleen vanuit een morele verantwoordelijkheid worden aangepakt, maar ook uit praktische overwegingen. Simpelweg, omdat ze op de lange termijn schadelijk zijn voor de hele samenleving en iedereen veel geld kosten. Sta me toe enkele suggesties te doen.
1. Problemen oplossen begint door ze eerst te erkennen. Werkloosheid, sociale uitsluiting en de resulterende criminaliteit mogen dan wel onzichtbaar zijn voor de gemiddelde Belg die nooit in Molenbeek komt, het is een potentiële tijdbom.
2. Onderzoek en definieer het probleem.
Laat er antropologen, sociologen, criminologen op los die de buurten intrekken. Ga kijken in New York, Rio de Janeiro, Mexico City, Rotterdam, Ciudad Juárez, Antwerpen. Praat met beleidsmakers daar over hun successen en mislukkingen.
3. Een samenleving kan men sturen door sancties.
Zowel positieve als negatieve. Beloon goed gedrag. Straf slecht gedrag consequent af. Boeren en Amerikaanse politici noemen dit 'stick and carrot policy' en weten dat men zo zelf de koppigste ezel in beweging krijgt.
4. Creëer kansen, schep hoop.
Vijftig procent werkloosheid in sommige buurten schreeuwt om een Belgische variant van het Marshallplan. Het Tennessee Valley Authority project zette tijdens de Grote Depressie tienduizenden Amerikanen aan het werk.
5. Maak een eind aan de straffeloosheid.
Tasjesrovers staan enkele uren na hun arrestatie weer buiten, macho's scheuren met 80 per uur door het rode licht in het centrum. Burgers hebben geen vertrouwen meer in de overheid en vervallen in apathie, onverschilligheid en cynisme, drie zaken die een samenleving grondig ondermijnen.
6. Pak criminaliteit efficiënt aan.
Recept: Men neme een grote stadskaart en plakke rode vlaggetjes daar waar incidenten plaatsvinden. Na een jaar kan men een patroon ontwaren. De meeste misdaden vinden plaats op dezelfde straathoeken, door dezelfde gastjes. Criminelen zijn hopeloos voorspelbaar. Waarschijnlijk zijn in heel groot Brussel zo'n duizend boefjes actief. Identificeer, viseer, isoleer en elimineer die groep.
7. Maak een politie die een afspiegeling is van de samenleving.
Nu bestaat de Brusselse politie vooral uit Vlamingen van buiten die geen enkele betrokkenheid met de hoofdstad hebben. In sommige buurten worden ze gezien als een vreemde bezettingsmacht. Werf actief agenten aan uit minderheidsgroepen. Kijk naar New York, waar blanke, zwarte, gele en bruine agenten zij aan zij patrouilleren. Breng ook de bereden politie weer in de straten. Paarden dwingen respect af.
8. Pak langdurige werklozen aan.
In Molenbeek zijn er families waar de derde generatie een uitkering heeft. In Rotterdam loopt een project waar langdurig werklozen ter verantwoording worden geroepen en door bijscholing en tewerkstelling weer op de arbeidsmarkt terechtkomen, tot ieders voldoening. Verhoog de minimumlonen en verlaag de uitkeringen. Laat langdurig werklozen en 'artiestenstatuters' af en toe een dagje meewerken op de vuilniskar en geef de vuilnismannen dan een dagje vrij. Solidariteit, weet u wel?
9. Straf creatief en origineel.
Stop straatrovertjes niet in de gevangenis. Het kost de samenleving een hoop geld, ze leren alleen maar meer rottigheid van medegevangen en vinden het ondertussen megacool. In de zwarte getto's in de VS is de gevangenis geen straf maar gewoon een rite de passage. Stuur hardnekkige 'veelplegers' een halfjaar te werk in een Afrikaans vluchtelingenkamp. Zo zijn ze ook tijdelijk uit de samenleving verwijderd, maar belangrijker, ze leren verder kijken dan België en doen nuttig werk, ontwikkelen eigenwaarde en zelfrespect.
10. Creëer speciale studiebeurzen voor achtergestelde groepen.
Laat de 25 slimste Marokkanen van Brussel een jaar in de VS studeren.
11. Wijs de Marokkaanse gemeenschap op haar verantwoordelijkheden.
Wederom in Rotterdam, dat overigens een Marokkaanse burgermeester heeft, is er een succesvol project waar Marokkaanse ouders de jeugd aanspreken op hun wangedrag en de slechte reputatie die ze veroorzaken.
Creatieve en originele oplossingen te over. De samenleving is voor een groot deel maakbaar. Als er de politieke wil maar is. En dat is het grootste probleem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten