zaterdag 31 januari 2009

Interview

Oké, we gaan enkele vragen stellen aan onze penitentiaire beambte (vroeger cipier genaamd).
V: Hoe spreken we ja aan met 'chef'?
A: Nee, dat is uit vroegere tijden, nu wordt de beambte aangesproken met zijn of haar voornaam, tenminste in de meeste gevangenissen.
V: Hoe komt iemand op het idee in een gevangenis te gaan werken?
A: Dat was in mijn geval een opeenstapeling van toevalligheden, laat ik volstaan met te zeggen dat ik een job zocht, maar niet om het even welke job.
Op een dag kijk ik in een krant die ik nooit tevoren gelezen had 'De Gentenaar', ik zag bij de jobaanbiedingen dat er mannelijke penitentiaire beambten gezocht werden voor de gevangenis in Gent.

Leek me nu eens iets origineel en ik schreef dat als ze ooit een vrouwelijke pb zochten ik dat wel zag zitten.
Op een bepaald ogenblik (ik was geslaagd in de psychologische test) werd ik opgebeld met de vraag: "mevrouw zou u het zien zitten om bij de mannen te werken, het is nl een experiment"
Uiteraard zei ik onmiddellijk ja want het woord experiment was me al voldoende.
V: En?
A: De eerste dag met een klein hartje in het hol van de leeuw gestapt, ik had geluk, de directie, de hiërarchische oversten waren stuk voor stuk aangename mensen.
De ploeg waar ik bij ingedeeld was bestond uiteraard uit mannen, daar ik op dat ogenblik de enige vrouwelijke (pb) was, kon gewoon niet beter meevallen!
Er waren trouwens in gans de gevangenis slechts een paar macho's die vonden dat vrouwen aan de haard hoorden en die me het leven zuur gemaakt hebben, vooral in het begin.
V: Je voelde je welkom?
A: Zeker, ik was dan ook zéér gelukkig toen de hoofdpenintentiair mij zei: "mevrouw, ik had mijn twijfels over vrouwen op de mannenafdeling, maar ik moet zeggen, het is buitengewoon meegevallen."
V. De gedetineerden, hoe reageerden die?
A. De meesten waren enthousiast?
Ik zal nog (hopelijk) veel vertellen over de gedetineerden maar ik wil alvast kwijt dat ik nooit problemen gehad heb. Ik denk met diepe genegenheid aan de meesten terug.

V:Toch een vreemde job...
A: De job op zich is al heel bijzonder. Je moet dagelijks omgaan met mensen die devieerden, die schade aanrichtten en vaak ook zelf uit een gekwetste situatie komen. (dixit meester W. V. S.)
Je wordt veel om raad gevraagd, zowel van juridische, sociale als diepmenselijke aard, waardoor er een vertrouwensband kan ontstaan.
Je staat vooral in voor de orde en de veiligheid.
Voor de terugkeer in de maatschappij is steeds minder aandacht: onderwijs, arbeid en begeleiding zijn deels wegbezuinigd. De reclassering laat noodgedwongen steeds meer ex-gedetineerden aan hun lot over.
Veel vrijgelaten gevangenen komen tussen wal en schip. Steeds meer ex-gedetineerden vallen hierdoor in herhaling. Terugkomen op het rechte pad wordt steeds moeilijker. Dat is voor ons allemaal een drama. Een goede begeleiding

van (ex-) gedetineerden is cruciaal voor onze veiligheid.
Meer hoor je later wel.
V: Nog één vraagje, wat zou je willen veranderen?
A: Twee op één cel alleen met instemming van de betrokkenen.
Biedt ook buiten de muren hulp en begeleiding.
Stel meer (goed opgeleide) bewaarders aan in de gevangenis.

Beloon arbeid in de gevangenis met een redelijke vergoeding.
Houd prijzen in gevangeniswinkels op het niveau van gewone supermarkten.

V: Dank je voor het gesprek, we kijken uit naar anecdotes!
A: Okido.

Geen opmerkingen: