Meer dan honderd verschillende nationaliteiten in de gevangenis maken communicatie vaak tot een huzarenstuk.
Voor alledaagse dingen leidt dat logischerwijze tot frustraties bij gedetineerden en personeel Bart Claes, onderzoeker van de vakgroep Criminologie aan de Vrije Universiteit Brussel, over de brede waaier aan problemen die zich voordoen in de Belgische gevangenissen.
Belgische gevangenissen zijn niet meer uit de actualiteit weg te slaan.
De balans van afgelopen maand spreekt boekdelen.
De week begon eigenlijk al op zondagavond met de ontsnappingspoging van twee gedetineerden.
Maandag, een mogelijks verdacht overlijden.
Dinsdag, aandacht voor het schrijnende tekort aan medische zorgen in de gevangenis.
Woensdag, dag van het protest. Familieleden van verdacht overleden gedetineerde, Antoine Denert, Turkije en Laurette Onkelinx protesteerden.
Donderdag, een Gents pleidooi tegen helikopternetten en vooral het voorpaginanieuws bij De Morgen over het grote aantal gedetineerden van vreemde origine (DM 13/8).
Vrijdag, wasdag. Gedetineerden klagen over gebrek aan propere kledij.
De opeenvolging van incidenten duwt de gevangenis terug in het publieke debat.
De afgelopen maanden werd het debat, weliswaar met horten en stoten, over de gevangenis gevoerd. De spanning wordt als in een echte thriller opgebouwd.
De apotheose is voorzien voor het najaar. Minister van Justitie zal dan zijn plannen, onder meer voor de strafuitvoering, uit de doeken doen.
Het tot op heden gevoerde publieke debat noopt toch tot een tweetal bedenkingen.
Neem het voorpaginanieuws over vreemdelingen in onze gevangenissen als voorbeeld. Verscheidene aspecten rond de vrijgegeven cijfers over het aantal vreemdelingen (zonder Belgische nationaliteit) werden besproken.
Met de nodige nuance werd de instroom van deze groep mensen naar de gevangenis onder de loep genomen.
Redenen zoals vluchtrisico, geen geldige verblijfsvergunning en socio-economische kenmerken werden aangehaald.
Ook de moeilijkheden bij de uitstroom uit de gevangenis, met vaak dezelfde oorzaken als bij de instroom, werden belicht.
Echter, de immense problemen in de gevangenis zelf voor deze grote groep van gedetineerden bleven onderbelicht, haast onbesproken.
Het VUB-onderzoek van prof. dr. Sonja Snacken voor de Koning Boudewijn Stichting van 2004 toont net aan dat de factor 'vreemdeling zijn' nog voor extra moeilijkheden zorgt in het dagelijkse leven in de gevangenis.
Meer dan honderd verschillende nationaliteiten maken communicatie met deze gedetineerden vaak tot een huzarenstuk.
Voor alledaagse dingen, zoals het bestellen van zeep of het regelen van bezoek, leiden deze communicatieproblemen logischerwijze tot frustraties bij gedetineerden en personeel.
Deze groep dreigt, net als in de samenleving, ook in de gevangenis onzichtbaar te worden.
Het is trouwens in onze samenleving al duidelijk dat samenleven in een multiculturele context geen evidente zaak is.
Laat staan in een gevangenis waar gedetineerden en personeel 24 op 24 uur in een gesloten systeem samenleven.
Daarenboven is de grootste groep onder deze vreemdelingen die met een onzeker of ongeldig verblijfsstatuut.
Het uitblijven van mogelijkheden als penitentiair verlof en uitgangspermissie maken het dagelijkse leven voor deze groep vreemdelingen in de gevangenis nog minder draaglijk.
Dat alledaagse leven in de gevangenis, in al zijn facetten, heeft het moeilijk een plaats te veroveren in het publieke debat.
Meer nog: het komt er haast niet in voor, terwijl het dagelijkse leven het kloppende hart van de gevangenis is.
Niet alleen het hart maar ook de ziel van de gevangenis.
Kern van de gevangenisstraf blijft de vrijheidsberoving.
De vrijheidsberoving houdt een morele verwerping door de samenleving in.
Een gevangenisstraf is echter veel meer dan dat. Ze houdt een verblijf in in een instituut met doelen, karakteristieken en eigenschappen bepaald door diezelfde maatschappij.
Het maatschappelijk bestel geeft richting en inhoud aan de doelen die bij de vrijheidsberoving geplaatst worden.
Het zijn deze doelen die tijdens het verblijf in de gevangenis nagestreefd moeten worden. Maar wat zijn voor ons nu die doelen?
Wat verwachten wij van een verblijf in de gevangenis?
Wat moeten ze met de gedetineerden doen? Hoe willen we dat de gevangenis eruit ziet? Moeilijke, complexe vragen, maar vragen die om een antwoord schreeuwen.
Vragen die in het huidige publieke debat geen plaats krijgen.
Antwoorden die de ziel van de gevangenis bepalen.
Antwoorden die voor een groot deel terug te vinden zijn in onze Basiswet Gevangeniswezen. Beperking van de detentieschade, reïntegratie, rehabilitatie en herstel aan het slachtoffer worden daarin als doelen bij de gevangenisstraf geponeerd.
Welke prioriteit krijgen die doelen? Ze krijgen amper voet aan wal in het publieke debat over de gevangenissen.
Geen gemakkelijke strijd tegen het huidige bestraffings- en beveiligingsdiscours in het huidige publieke debat.
Moeten we niet met hart en ziel dit publieke debat verruimen? Moet het niet gaan over het hart en de ziel van de gevangenis.
1 opmerking:
Blij te mogen vaststellen dat u ook
weet heeft van werkgroep criminologie van VUB. PP
Een reactie posten