5:55 : De bel: opstaan, er wacht mij een dag zoals duizend andere.
6:00 : Appèl. Een bewaarder opent het doorgeefluik en overhandigt mijn briefwisseling.Ik maak mijn opschik met koud water en doe mijn mooie uniform aan.
6:10 : Het doorgeefluik wordt opnieuw geopend voor boterhammen,"koffie"en warm water voor de afwas.
6:30 : Nu wordt de deur geopend. Ik heb juist de tijd om aan de "fatik" mijn pot en mijn vuilnisbak te geven. Men sluit opnieuw. Zo ik naar de infirmerie wil, moet ik nu bellen: de dokter ontvangt om 7:00 u.
6:45 : Ik krijg mijn pot en vuilnisbak terug; ik veeg de vloer, ik breng mijn cel in orde, kwestie van ze wat toonbaar te maken.
7:15 : Een fluitsignaal. Men roept: "Ateliers!" De bewaarders openen de deuren, men daalt af in rij en ieder gaat naar zijn werkplaats. In het voorbijgaan groet men vlug de makkers zonder werk.
10:45 : Uit de parlofoon komt een signaal, iedereen zet zich op een rij; enkelen steken gauw een peukje aan; men gaat terug naar de cel.
11:00 : Appèl. de enen gaan naar de wandeling, de anderen naar de sport. Vijftig minuten verpozing.
12:00 : Terugkeer van de sport en van de wandeling.
12:10 : De deur gaat open voor het middagmaal (aardappelen, groenten, vlees -platvis op vrijdag). De deur gaat terug dicht. Ik luister naar de radio om de tijd te doden.
13:00 : Er wordt gefloten: "Ateliers".
16:45 : De "arbeiders" keren terug naar hun cel.
17:00 : Appèl. daar is het avondmaal: boterhammen met twee schijfjes worst of kaas of harde eieren. Op dat ogenblik tracht ik mij de smaak van de "pinard" (rode landwijn) te herinneren. Zij die naar de lessen gaan maken zich klaar.
20:00 : Appèl. dit is het enige ogenblik van de dag waarop men rust heeft. Ik reinig de nagels van mijn tenen met de grootste zorg. "Ik zou wel willen, maar ik kan niet", dus masturbeer ik maar. Ik verveel me.Ik heb geen zin om iets te doen. Sommigen puzzelen of knutselen. ik heb een vriend die wanhopige verzen schrijft, een andere die kleurrijke schilderijen maakt om te vergeten dat alles hier grijs is.
21:45 : Het laatste appèl. De lichten worden gedoofd.
22:00 : Veiligheidsappèl. De nachtbewaarder komt nog voorbij, steekt een ogenblik het licht aan en kijkt door de judas (bespieder). Ik zou wel eens op het dak kunnen geklommen zijn of een kaartje genomen hebben voor Californië... Normaal herhaalt zich dat ieder half uur, tot 5:30 u., dat hangt af van de bewaarder. Er zijn er die slechts tweemaal per nacht voorbijkomen. In 't begin werd ik er wakker van, maar men went aan alles, nietwaar...
Dat was mijn vijfduizend driehonderd zevenentwintigste dag !
Een gedetineerde in het weekblad Notre Temps, Bruxelles, n° 104, 4 nov. 1976.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten