'IK SMEEK OM LIEFDE WANT ANDERS GA IK DOOD'
Het Genootschap ter bevordering van de Voordracht- en Vertelkunst
Tekst: Ivo Konings
Carla verblijft al enkele maanden in de gevangenis.
Zij heeft zich in de onkosten gestort om mensen in haar omgeving dure cadeaus te doen. Ze voelt zich pas echt gelukkig als zij zelf iemand kan gelukkig maken maar het prijskaartje dat er aan vasthangt blijkt onbetaalbaar.
Ze wordt het slachtoffer van haar eigen dwangmatige gulheid.
Haar adagio is: als ik geen liefde krijg, moet ik ze geven, uitdelen tot de mensen van me gaan houden. Hoeft het gezegd dat velen van haar zullen profiteren ?
Zij komt zo in de gevangenis en in een psychiatrische instelling terecht...
Dat het zover is kunnen komen heeft natuurlijk een oorzaak.
Ze trouwde met een ziekelijk jaloerse man, die haar aan bed vastbond als hij ging werken.
‘s Avonds nam hij haar mee op café waar hij zich met zijn vrienden lazarus zoop.
Zo gebeurde het dat hij Carla meenam naar huis, waar zijn vrienden haar verkrachtten.
Als het eten niet naar zijn zin was, smeet hij het tegen de muur en mishandelde haar meermaals op zo’n gruwelijke manier dat ze verscheidene keren in het hospitaal terecht kwam.
Zelfs tijdens de zwangerschap van haar zoon werd ze zo zwaar mishandeld dat het haar bijna fataal werd.
Uit angst en onder bedreiging trekt ze meermaals haar aanklacht bij de politie terug.
Zo ging deze mishandeling jaren door tot ze eindelijk de moed had te vluchten.
In de gevangenis vindt Clara eindelijk rust, hier kan ze ongestoord nadenken over haar leven en leren omgaan met haar trauma’s...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten