Steeds vaker verschijnen zestigers, zeventigers en tachtigers voor de rechter omdat ze cannabis, speed, xtc, cocaïne of heroïne verhandelden.
Niet zelden deden ze dat in opdracht van hun kind of kleinkind: 'Ik weet wel dat het fout was, maar het was een vorm van sociaal contact.'
Godelieve De Winter (78) en Petrus Paridaens (vorig jaar overleden op zijn 78ste), waren een welgesteld gepensioneerd koppel. Niemand – zelfs hun eigen dochter niet – kon vermoeden dat ze drugs dealden. En dan hebben we het niet over softdrugs, wel het zware spul. Toen de politie op 22 maart 2005 bij hen binnenviel, vonden ze een halve kilo heroïne, 63 gram cocaïne, 130 xtc-pillen en 3.430 euro in baar geld. Ze dealden het uit liefde voor hun verslaafde kleinzoon Andy. Die begon op zijn vijftiende xtc en softdrugs te gebruiken, en raakte op zijn achttiende verslaafd aan heroïne, herinnert zijn advocate Ann Van De Steen zich. Op die lentedag zeven jaar geleden kreeg ze een telefoontje van haar secretaresse: ‘Wil je nu wat weten? De grootouders van Andy zitten in de gevangenis.’
Ann Van De Steen «Ik kon het niet geloven. Dat waren doodbrave mensen. Ze hadden hun hele leven hard gewerkt en ze zaten er warm bij. Voor elk van hun twee kinderen hadden ze een huis gekocht, en ze hadden meerdere eigendommen, zoals een appartement aan zee: voor het geld hoefden ze het zeker niet te doen. Maar Andy, hun eerste kleinzoon en hun oogappel, was verslaafd en zat in de gevangenis. Toen ze hem bezochten, probeerden ze heroïne binnen te smokkelen, maar ze werden betrapt. Daarop deed de politie een huiszoeking en vonden ze de voorraad drugs. Die verhandelden ze voor hun kleinzoon, en ze hielden zelfs netjes een boekhouding bij.»
HUMO Hoe kan de liefde voor een kleinkind zo groot zijn?
Van De Steen «Tja, Andy was hun god. Hij woonde bij hen omdat zijn moeder hem aan de deur had gezet. Hij was niet alleen verslaafd aan heroïne, hij dealde ook en hij had al meerdere diefstallen gepleegd. Op een gegeven moment vond zijn moeder het welletjes: ze moest haar jongste zoon beschermen, want die begon ook drugs te gebruiken.
»Godelieve, Andy’s oma, vond het niet kunnen dat zijn moeder hem op straat had gezet, en ze nam hem in huis. Maar daar zette hij zijn handeltje gewoon voort. Ze hadden nochtans het beste met hem voor. Ze hebben hem bijvoorbeeld een paar keer naar een afkickkliniek gebracht. De eerste keer is hij gaan lopen, en de tweede keer heb ik hem samen met zijn opa naar een instelling gevoerd. Maar hij bleef drugs gebruiken.»
HUMO Waarom dealde Andy toen eigenlijk nog? Hij had het geld niet nodig om drugs te kopen, want zijn grootouders onderhielden hem.
Van De Steen «Hij hield enorm van luxe. Hij kocht graag merkkledij, horloges en dure auto’s waar hij dan mee crashte. Op een gegeven moment heeft hij zelfs een boot gekocht. Hij zag er ook niet uit als een junkie: hij verzorgde zich goed en droeg merkkledij. Een charmante yuppie, in hemden van Lacoste.»
Van De Steen «Hij kon zijn grootouders heel goed manipuleren, ook al keurden ze niet goed wat hij deed. Als hij oma een knuffel gaf, vergaf ze hem alles. Hun grootste bekommernis was: hoe kunnen we erger voorkomen? 'Als hij hier is, moet hij niet de straat op,' redeneerden ze. Daarom zijn ze zolang in zijn verhaal meegegaan. En dat ging vér: als Andy de gevangenis in moest, maakte hij voor hun ogen pakjes drugs klaar die zijn klanten dan tijdens zijn afwezigheid konden komen afhalen. Meer nog: opa maakte soms mee pakjes klaar. We hebben het hier over totale normvervaging.
»Je kunt je afvragen of ze toen nog bij hun volle verstand waren. Die mensen hadden van een welverdiend pensioen moeten genieten, in plaats van de handel van hun kleinzoon voort te zetten. Maar die drugs lagen daar, en ze waren een pak geld waard. Ze wilden die vooral verkopen om het geld te recupereren dat hun kleinzoon erin had geïnvesteerd — vooral de oma was een commerçante. Ze verkochten de heroïne zo goedkoop mogelijk, voor 25 euro per gram, om er zo snel mogelijk van af te zijn.»
HUMO Wat dacht u toen u hoorde dat zijn grootouders opgepakt waren?
Van De Steen «Ik schrok me dood. Ik kende hen vrij goed, omdat ze er altijd bij waren als ik Andy voor de rechter moest verdedigen. Toen mijn secretaresse me belde met het nieuws, zat ik op de rechtbank. Ik ben toen meteen naar de gevangenis van Dendermonde gereden, waar Petrus vastzat, en mijn collega ging naar de gevangenis van Gent, waar Godelieve in de vrouwenafdeling zat.
»Petrus was een doodbrave mens. Hij wist van toeten noch blazen. ‘Alles wat mijn vrouw vertelt, zal wel juist zijn,’ zei hij. Hij deed alles wat Godelieve hem oplegde. Een bazige vrouw, maar zij deed op haar beurt wel alles wat Andy haar opdroeg. Zij had bijvoorbeeld geprobeerd die drugs voor hem in de gevangenis te smokkelen — maar ze heeft altijd volgehouden dat dat de enige keer was geweest. Later bezocht ik Andy, ook in de gevangenis van Dendermonde. ‘Mooi is dat,’ zei ik hem. ‘Door jou zitten je grootouders nu in de cel.’ Hij was toen echt aangeslagen.
»Vijf dagen later moesten Godelieve en Petrus in Dendermonde voor de raadkamer verschijnen. Ik stond hen in het gerechtsgebouw op te wachten. Ik zag ze aan elkaar geboeid via een smalle keldertrap naar boven sukkelen. Godelieve struikelde bijna. Dat beeld zal ik nooit vergeten. Die mensen zaten in zak en as. Ze hadden hun cel niet durven te verlaten uit angst voor de reacties van de andere gevangenen. Ook van de cipiers hebben ze geen voorkeursbehandeling gekregen. Sommige cipiers vonden het heel erg dat grootouders zoiets durfden te doen.»
HUMO De rechter geloofde ook niet dat het onschuldig waren.
Van De Steen «Zoals hun kleinzoon centraal stond in hun leven: dat was niet meer normaal. Ze konden geen nee zeggen. Een kind verwennen kan even erg zijn als het verwaarlozen.
»Na hun veroordeling - ze kregen twee jaar cel met uitstel en 5.500 euro boete - leefden ze erg teruggetrokken. Als ze boodschappen gingen doen, deden ze dat niet meer in Haaltert omdat ze te veel verwijten naar hun hoofd geslingerd kregen. Vóór het proces, hadden ze één keer een interview gegeven, en daarin waren ze overgekomen als een soort Bonnie en Clyde. Dat had hun imago geen goed gedaan.
»Andy zat toen nog altijd gevangen. Petrus en Godelieve mochten hem alleen nog achter glas zien. Voor hun eigen bestwil, want ze mochten niet in de verleiding gebracht worden om opnieuw drugs binnen te smokkelen. Na zijn celstraf is hij even alleen gaan wonen, maar dat is fout gelopen, en toen kwam hij weer bij hen inwonen. Een paar jaar later belandde hij weer in de gevangenis, en daar zit hij nog altijd.
»De grootouders en de moeder hebben zich wel verzoend met elkaar. Zij wist écht niet wat ze allemaal voor haar zoon hadden gedaan. Vorig jaar is Petrus gestorven, en sindsdien gaat het niet zo goed met Godelieve, maar ze bezoekt haar kleinzoon nog geregeld.»
HUMO Is er nog hoop voor hem?
Van De Steen «Als advocate heb ik al vaak met verslaafden te maken gehad. Ik ben ook schepen in Aalst, en laatst deed ik een trouw. Plots vroeg een vrouw me: ‘Heb je hem niet herkend?’ ‘Wie?’ vroeg ik. 'Mijn zoon.' Ze doelde op haar zwaar verslaafde zoon, die ik nog als cliënt heb gehad. ‘Nee, waar is hij?’ ‘Je hebt hem net gefeliciteerd!’ Ik had de bruidegom niet eens herkend. En hij had diep gezeten, hè: hij was zo verslaafd geweest dat hij zelfs gas snoof. Ongelofelijk dat hij uit die miserie is geraakt.
»Ik zeg dus nooit nooit. Ik hoop écht dat er nog hoop is voor Andy.»
Godelieve De Winter (78) en Petrus Paridaens (vorig jaar overleden op zijn 78ste), waren een welgesteld gepensioneerd koppel. Niemand – zelfs hun eigen dochter niet – kon vermoeden dat ze drugs dealden. En dan hebben we het niet over softdrugs, wel het zware spul. Toen de politie op 22 maart 2005 bij hen binnenviel, vonden ze een halve kilo heroïne, 63 gram cocaïne, 130 xtc-pillen en 3.430 euro in baar geld. Ze dealden het uit liefde voor hun verslaafde kleinzoon Andy. Die begon op zijn vijftiende xtc en softdrugs te gebruiken, en raakte op zijn achttiende verslaafd aan heroïne, herinnert zijn advocate Ann Van De Steen zich. Op die lentedag zeven jaar geleden kreeg ze een telefoontje van haar secretaresse: ‘Wil je nu wat weten? De grootouders van Andy zitten in de gevangenis.’
Ann Van De Steen «Ik kon het niet geloven. Dat waren doodbrave mensen. Ze hadden hun hele leven hard gewerkt en ze zaten er warm bij. Voor elk van hun twee kinderen hadden ze een huis gekocht, en ze hadden meerdere eigendommen, zoals een appartement aan zee: voor het geld hoefden ze het zeker niet te doen. Maar Andy, hun eerste kleinzoon en hun oogappel, was verslaafd en zat in de gevangenis. Toen ze hem bezochten, probeerden ze heroïne binnen te smokkelen, maar ze werden betrapt. Daarop deed de politie een huiszoeking en vonden ze de voorraad drugs. Die verhandelden ze voor hun kleinzoon, en ze hielden zelfs netjes een boekhouding bij.»
HUMO Hoe kan de liefde voor een kleinkind zo groot zijn?
Van De Steen «Tja, Andy was hun god. Hij woonde bij hen omdat zijn moeder hem aan de deur had gezet. Hij was niet alleen verslaafd aan heroïne, hij dealde ook en hij had al meerdere diefstallen gepleegd. Op een gegeven moment vond zijn moeder het welletjes: ze moest haar jongste zoon beschermen, want die begon ook drugs te gebruiken.
»Godelieve, Andy’s oma, vond het niet kunnen dat zijn moeder hem op straat had gezet, en ze nam hem in huis. Maar daar zette hij zijn handeltje gewoon voort. Ze hadden nochtans het beste met hem voor. Ze hebben hem bijvoorbeeld een paar keer naar een afkickkliniek gebracht. De eerste keer is hij gaan lopen, en de tweede keer heb ik hem samen met zijn opa naar een instelling gevoerd. Maar hij bleef drugs gebruiken.»
HUMO Waarom dealde Andy toen eigenlijk nog? Hij had het geld niet nodig om drugs te kopen, want zijn grootouders onderhielden hem.
Van De Steen «Hij hield enorm van luxe. Hij kocht graag merkkledij, horloges en dure auto’s waar hij dan mee crashte. Op een gegeven moment heeft hij zelfs een boot gekocht. Hij zag er ook niet uit als een junkie: hij verzorgde zich goed en droeg merkkledij. Een charmante yuppie, in hemden van Lacoste.»
Van De Steen «Hij kon zijn grootouders heel goed manipuleren, ook al keurden ze niet goed wat hij deed. Als hij oma een knuffel gaf, vergaf ze hem alles. Hun grootste bekommernis was: hoe kunnen we erger voorkomen? 'Als hij hier is, moet hij niet de straat op,' redeneerden ze. Daarom zijn ze zolang in zijn verhaal meegegaan. En dat ging vér: als Andy de gevangenis in moest, maakte hij voor hun ogen pakjes drugs klaar die zijn klanten dan tijdens zijn afwezigheid konden komen afhalen. Meer nog: opa maakte soms mee pakjes klaar. We hebben het hier over totale normvervaging.
»Je kunt je afvragen of ze toen nog bij hun volle verstand waren. Die mensen hadden van een welverdiend pensioen moeten genieten, in plaats van de handel van hun kleinzoon voort te zetten. Maar die drugs lagen daar, en ze waren een pak geld waard. Ze wilden die vooral verkopen om het geld te recupereren dat hun kleinzoon erin had geïnvesteerd — vooral de oma was een commerçante. Ze verkochten de heroïne zo goedkoop mogelijk, voor 25 euro per gram, om er zo snel mogelijk van af te zijn.»
HUMO Wat dacht u toen u hoorde dat zijn grootouders opgepakt waren?
Van De Steen «Ik schrok me dood. Ik kende hen vrij goed, omdat ze er altijd bij waren als ik Andy voor de rechter moest verdedigen. Toen mijn secretaresse me belde met het nieuws, zat ik op de rechtbank. Ik ben toen meteen naar de gevangenis van Dendermonde gereden, waar Petrus vastzat, en mijn collega ging naar de gevangenis van Gent, waar Godelieve in de vrouwenafdeling zat.
»Petrus was een doodbrave mens. Hij wist van toeten noch blazen. ‘Alles wat mijn vrouw vertelt, zal wel juist zijn,’ zei hij. Hij deed alles wat Godelieve hem oplegde. Een bazige vrouw, maar zij deed op haar beurt wel alles wat Andy haar opdroeg. Zij had bijvoorbeeld geprobeerd die drugs voor hem in de gevangenis te smokkelen — maar ze heeft altijd volgehouden dat dat de enige keer was geweest. Later bezocht ik Andy, ook in de gevangenis van Dendermonde. ‘Mooi is dat,’ zei ik hem. ‘Door jou zitten je grootouders nu in de cel.’ Hij was toen echt aangeslagen.
»Vijf dagen later moesten Godelieve en Petrus in Dendermonde voor de raadkamer verschijnen. Ik stond hen in het gerechtsgebouw op te wachten. Ik zag ze aan elkaar geboeid via een smalle keldertrap naar boven sukkelen. Godelieve struikelde bijna. Dat beeld zal ik nooit vergeten. Die mensen zaten in zak en as. Ze hadden hun cel niet durven te verlaten uit angst voor de reacties van de andere gevangenen. Ook van de cipiers hebben ze geen voorkeursbehandeling gekregen. Sommige cipiers vonden het heel erg dat grootouders zoiets durfden te doen.»
HUMO De rechter geloofde ook niet dat het onschuldig waren.
Van De Steen «Zoals hun kleinzoon centraal stond in hun leven: dat was niet meer normaal. Ze konden geen nee zeggen. Een kind verwennen kan even erg zijn als het verwaarlozen.
»Na hun veroordeling - ze kregen twee jaar cel met uitstel en 5.500 euro boete - leefden ze erg teruggetrokken. Als ze boodschappen gingen doen, deden ze dat niet meer in Haaltert omdat ze te veel verwijten naar hun hoofd geslingerd kregen. Vóór het proces, hadden ze één keer een interview gegeven, en daarin waren ze overgekomen als een soort Bonnie en Clyde. Dat had hun imago geen goed gedaan.
»Andy zat toen nog altijd gevangen. Petrus en Godelieve mochten hem alleen nog achter glas zien. Voor hun eigen bestwil, want ze mochten niet in de verleiding gebracht worden om opnieuw drugs binnen te smokkelen. Na zijn celstraf is hij even alleen gaan wonen, maar dat is fout gelopen, en toen kwam hij weer bij hen inwonen. Een paar jaar later belandde hij weer in de gevangenis, en daar zit hij nog altijd.
»De grootouders en de moeder hebben zich wel verzoend met elkaar. Zij wist écht niet wat ze allemaal voor haar zoon hadden gedaan. Vorig jaar is Petrus gestorven, en sindsdien gaat het niet zo goed met Godelieve, maar ze bezoekt haar kleinzoon nog geregeld.»
HUMO Is er nog hoop voor hem?
Van De Steen «Als advocate heb ik al vaak met verslaafden te maken gehad. Ik ben ook schepen in Aalst, en laatst deed ik een trouw. Plots vroeg een vrouw me: ‘Heb je hem niet herkend?’ ‘Wie?’ vroeg ik. 'Mijn zoon.' Ze doelde op haar zwaar verslaafde zoon, die ik nog als cliënt heb gehad. ‘Nee, waar is hij?’ ‘Je hebt hem net gefeliciteerd!’ Ik had de bruidegom niet eens herkend. En hij had diep gezeten, hè: hij was zo verslaafd geweest dat hij zelfs gas snoof. Ongelofelijk dat hij uit die miserie is geraakt.
»Ik zeg dus nooit nooit. Ik hoop écht dat er nog hoop is voor Andy.»
1 opmerking:
Een vreselijke geschiedenis, een mooie - te romantiseren - casus, waar je een boek over zou kunnen schrijven. Er is wat misgelopen in de relatie tussen grootouders en hun dochter. En ook heeft de hulpverlening gefaald door de grootouders - die hun kleinzoon naar de verslavingszorg brachten om af te kicken - kennelijk niet meer te volgen en te begeleiden. Hadden ze de intake goed gedaan, hadden ze geweten dat de kleinzoon zijn grootouders voor zijn verslaving en drugshandel inzette, (en dus die aardige sociaal psychologisch nogal domme mensen, a.h.w. prostitueerde). Iedereen in de verslavingszorg moet toch weten dat er verslaafden zijn die hun eigen ouders, grootouders, kortom iedereen in hun eigen omgeving, zullen misbruiken als ze de kans krijgen. Let wel, niet alle verslaafden doen dat. Er zijn er ook die alleen "vreemden" trachten te bestelen, op te lichten, te misbruiken.
Een reactie posten