In het puin van het verleden liggen de parels van morgen.
maandag 26 december 2011
karstmis in den bak - Hopeloos (eenzaam in de cel)
1 opmerking:
E.R.
zei
Wij zijn het vlees dat spreekt Murat Kaplans uitgerukte tong Onzichtbaar de handen op de rug Als een eenzame nachtkijker Bovenop een Schaarbeeks dakterras
Zicht op de gesubsidieerde savanne En op de zeven wereldwonderen Net als wij (en Jedem das Seine) Ziet hij met voorzichtige ogen die het kijken het scheppen der dingen nog niet hebben verleerd
Voorwaar een gevangene Een markies de Sade verstopt buiten het zicht Van al wat in deze wereld herhaling Van herhaling is – kopie van kopie Een razende in zijn isoleercel Voorwaar een te keer gaande schizo Die met inkt en pen in de hand Kijkt naar Martine’s borsten En die in de gepaste bewoordingen ziet Luistert naar haar gefluister en hoort De blos van haar wangen proeft en In woorden smaakt wat daar te smaken valt
Wij zijn het vlees dat spreekt En onze voorverwarmde kelen Geprikkeld door viervruchtenconfituur Struikelen niet als ze worden uitgedaagd En ze zeggen nee en ja maar Tegen de aanmatigingen van de macht Die telkens weer voorspelbaar Komt uit de loop van een geweer Ja, wij zijn vlees dat spreekt Zich steeds weer in schulden steekt En in nood wetten breekt
(Uit "Omtrent Martine: Het Verhaal van een Bipolaire Stoornis", 2007)
1 opmerking:
Wij zijn het vlees dat spreekt
Murat Kaplans uitgerukte tong
Onzichtbaar de handen op de rug
Als een eenzame nachtkijker
Bovenop een Schaarbeeks dakterras
Zicht op de gesubsidieerde savanne
En op de zeven wereldwonderen
Net als wij (en Jedem das Seine)
Ziet hij met voorzichtige ogen
die het kijken het scheppen der dingen
nog niet hebben verleerd
Voorwaar een gevangene
Een markies de Sade verstopt buiten het zicht
Van al wat in deze wereld herhaling
Van herhaling is – kopie van kopie
Een razende in zijn isoleercel
Voorwaar een te keer gaande schizo
Die met inkt en pen in de hand
Kijkt naar Martine’s borsten
En die in de gepaste bewoordingen ziet
Luistert naar haar gefluister en hoort
De blos van haar wangen proeft en
In woorden smaakt wat daar te smaken valt
Wij zijn het vlees dat spreekt
En onze voorverwarmde kelen
Geprikkeld door viervruchtenconfituur
Struikelen niet als ze worden uitgedaagd
En ze zeggen nee en ja maar
Tegen de aanmatigingen van de macht
Die telkens weer voorspelbaar
Komt uit de loop van een geweer
Ja, wij zijn vlees dat spreekt
Zich steeds weer in schulden steekt
En in nood wetten breekt
(Uit "Omtrent Martine: Het Verhaal van een Bipolaire Stoornis", 2007)
Een reactie posten