Alles went in Gent. Mijn vorige winter heb ik, door de omstandigheden gedwongen, doorgebracht in een morsige noodwoning in Nieuw Gent. Om acht uur ‘s avonds valt het openbare leven stil in Nieuw Gent. De sombere buurtkroegen sluiten hun deuren, de laatste frikandellen verlaten het frietkot, de lokale junks halen hun ultieme gram, het wordt doodstil op straat en in de donkere woonkazernes flikkeren de blauwe lampen van de beeldbuizen aan en uit. Nu is het nachtleven in het Rabot, de wijk waar ik pleegde te wonen tot mijn onderkomen afbrandde, ook niet bepaald vergelijkbaar met dat van Las Vegas, maar het Rabot heeft wel een ziel, een kloppend hart en een eigen ritme terwijl Nieuw Gent de ziel heeft van een platgedrukt colablikje en de dynamiek uitstraalt van een verlaten soldatenkerkhof.
De dynamiek in de achtergestelde volkswijken van Gent komt niet van de oude, vermoeide, misnoegde, autochtone Belgen, maar van de allochtone, jonge en veelal kroostrijke gezinnen die meer toekomst dan verleden hebben. De verloedering en verpaupering van de suburbs rond de Gentse binnenstad zou pas helemaal onomkeerbaar worden en de schwung er voorgoed uit als de ondernemende Nieuwe Belgen hun biezen zouden pakken en hun handeltje opdoeken. Het zijn de Turkse bakker en de Pakistaanse uitbater van de nachtwinkel die het licht brandende houden in het getto.
De jaarlijkse buurtfeesten die door het centralistische stadsbestuur worden georganiseerd om de sociale cohesie te bevorderen, hoe goed bedoeld, schieten de doelgroepen waaraan ze gericht zijn hopeloos voorbij. Met een smulfestijn van gekookte beenhesp à volonté en een gratis optreden van Nicole en Hugo krijg je mijn Turkse en Afrikaanse buren de deur niet uit.
In Meulestede is de kleur grijs in alle mogelijke tinten overheersend.
Maar een gegeven paard mag men niet in de muil kijken, zelfs niet als die een beetje stinkt en rotte tanden heeft. Het heeft zijn tijd geduurd, een kleine tien jaar, vooraleer mij een sociale woning werd toegewezen en het zou van ondankbaarheid getuigen om hier een opsomming te maken van alle kleine en minder kleine verborgen en onzichtbare gebreken ervan. En wie over alles tevreden is, voldaan en volgevreten, verliest zijn appetijt en zijn verlangen naar het betere.
Alles went. We mogen niet klagen, mijnheer want het kan altijd nog erger. In Afrika moeten de mensen het stellen met één euro per dag en ze hebben geen digibox waarmee ze meer dan driehonderd kanalen kunnen ontvangen. Of denkt u dat het leven van de Romazigeuners een pretje is, altijd maar weer van hot naar her hossend en nergens welgekomen?
Met een beetje geluk en veel gevoel voor zelfrelativering spartel ik mij wel weer doorheen het regenseizoen en inmiddels blijf ik tussen mijn kartonnen verhuisdozen dromen van mijn mooie rozentuin.
LIEVEN DEFLANDRE
Bron: Tiens Tiens.
3 opmerkingen:
Beklijvend geschreven...
In de stijl van de maker geschreven:
doorleefd
oprecht
bloedeerlijk.
- jarenlang gehuild en getracht om rustig te blijven.
- onterecht beschuldigd van brandstichting door politie.
- trachtte jarenlang zijn zijn lot te ondergaan.
Zijn vragen, zijn roepen in het duister, tegenover het voltallige stadsbestuur in Gent dat zich hoofdzakelijk naar burgemeester Daniel Termont richt, bleef ongehoord. Zijn pleidooi richt zich ook rechtstreeks naar een aantal poltiekers die bij machte zijn bepaalde beslissingen en financiële tegemoetkomingen ten gunste van minderbedeelden en zieken door te voeren.
Ook nu nog, begin 2011 wordt er geen gehoor gegeven aan datgene waarvoor hij pleit: op een humane wijze ergens te kunnen leven,te wonen, zich goed te voelen.
Zijn schreeuwen en huilen in de wind is te lezen in zijn vele geschriften.
Hij is geen veeleisend man, heeft eerder een bescheiden volksaard die niemand kwaad of leed wil berokkenen.
Door de jaren van psychisch en fysiek lijden is hij angstiger en daardoor soms wat brutaler geworden. Ook al tracht deze Heer zich steeds te gedragen en vooral niemand te kwetsen.
Hij zocht alleen gehoor voor die zaken waaronder velen in een grootstad zoals Gent lijden.
'Alles went' is de titel van één van zijn pleidooien.
Het wennen aan wonen en leven in een armoedig bewoning niet conform aan de huidige wetgeving en in een armoedige in de steek gelaten uithoek van een fiere stad, dat went nooit.
Dringend gezocht: nieuw onderkomen. Vorstvrij en niet in een grijze zone.
Bij voorkeur aan de kust gelegen.
Een reactie posten