Waarom wordt iemand een moordenaar?
Waarom wordt iemand een moordenaar? Waarom begint het ene kind brievenbussen in brand te steken en autobanden lek te prikken en het andere niet? Dat is wat Adrian Raine, psycholoog en hoofd van de afdeling criminologie aan de University of Pennsylvania, zich 35 jaar geleden afvroeg. Hij wás als kind lid van een bende en stak brievenbussen in de fik. Met hem kwam het goed, met zijn collega-bendeleden niet. Waarom?
© Gideon Kiefer
Raine trok ervoor van de ene gevangenis naar de andere, onderzocht de hersenen van doorsneecriminelen, seriemoordenaars en psychopaten, maar ook die van opgroeiende kinderen, en kwam zo onomstotelijk tot zijn omstreden conclusie: misdadigers hebben herkenbaar andere hersenen.
'In oorlogstijd zetten we psychopaten in, in vredestijd moeten ze in de gevangenis'
HUMO Wat is er anders aan?
Adrian Raine «Je stelt die vraag nu wel heel cru. Het is niet zo dat alle misdadigers dezelfde hersenafwijking hebben. Er zijn allerlei variaties. Sommige moordenaars hebben, zeg maar, normale hersenen. Het is ook niet zo dat iemand met dergelijke hersenafwijkingen per definitie in de misdaad terechtkomt. Het is een complex samenspel tussen iemands biologische kenmerken, omgeving én opvoeding dat ervoor zorgt dat mensen op het criminele pad belanden. Feit is dat iemand met ‘criminele’ hersenen meer kans loopt om antisociaal gedrag te vertonen.»
HUMO Om te beginnen maakt u in uw boek een onderscheid tussen misdadigers die impulsief handelen, in een opwelling iemand aanvallen, en degenen die veel planmatiger te werk gaan.
Raine «Ja. Moordenaars van het impulsieve soort zijn vaak knoeierig en slordig. Toen we de hersenscans van dergelijke types naast elkaar legden, zagen we duidelijk dat ze bijna allemaal heel weinig activiteit vertoonden in de voorste hersenkwabben of prefrontale cortex, die onze impulsen beheersen. Die hersenkwabben ontwikkelen zich tijdens de puberteit en zijn pas volgroeid als we vijfentwintig zijn. Vandaar dat pubers zo impulsief zijn en risicovolle dingen doen – keihard op brommers rijden, te veel joints roken. Hun voorste hersenkwabben zijn nog niet sterk genoeg om hun impulsen te bedwingen. Het is diezelfde handrem op onze primitieve impulsen die ons ervan weerhoudt een mes te pakken als iemand tegen onze kar rijdt, en die ons normaal gesproken helpt om onze problemen iets vreedzamer op te lossen.
»Planmatige en berekenende misdadigers hebben die prefrontale afwijking niet, en dat verklaart de controle waarmee ze hun agressie op een zorgvuldige en doordachte manier kunnen botvieren. Dat zijn misdadigers van het psychopathische type. En omdat ze zoveel beredeneerder en koelbloediger zijn, duurt het soms jaren voordat ze gepakt worden.»
HUMO Bij hen is er iets anders mis.
Raine «Klopt. Op de scans van alle psychopaten die ik heb onderzocht, zag ik dat een dieper liggend hersendeel, de amygdala, duidelijk veel minder actief was. Uiteindelijk bleek die bij hen gemiddeld 18 procent kleiner te zijn dan bij andere mensen. »
HUMO Wat doet de amygdala?
Raine «Die legt verbanden tussen de informatie die onze zintuigen doorgeven en ons gevoel, geeft aan bepaalde situaties een emotionele waardering – dit is goed, dit is slecht – en legt die vast in ons geheugen. In de toekomst kunnen we dan soortgelijke situaties herkennen en weten hoe we er gepast op moeten reageren: als we dit doen, volgt er straf; als we dat doen, kunnen we gepakt worden. Het is dáár dat ons moreel oordeel tot stand komt. Het is, zeg maar, het centrum van ons geweten. Ook onze reactie op tekenen van leed bij anderen, onze empathie, wordt door de amygdala geregeld.
»Vandaar dat je harteloos en wreed wordt als dat hersendeel niet naar behoren werkt. En zo zijn psychopaten: die voelen geen spijt of berouw, ze hebben geen last van schuldgevoel. Ze kunnen wel een onderscheid maken tussen wat goed en wat slecht is, maar ze voelen daar niks bij. Ze voelen sowieso niet veel. Daarom hebben ze ook zo'n behoefte om macht op anderen uit te oefenen, mensen erin te luizen, te pijnigen of te doden – om door hen te zien spartelen en lijden zelf toch eens íéts te voelen.»